Selecteer een pagina

Bouwen en wonen

Bouwen en wonen

We gaan huizen bouwen waarin mensen willen wonen

Leiden is een fijne plek om te wonen, werken en studeren. Dus komen we huizen te kort. En zijn veel huizen niet geschikt. We willen wooncomplexen maken waar studenten en senioren samen kunnen leven. En dat alles doen we duurzaam, zodat we klimaatneutraal zijn in 2040.

Naast al deze lange termijn plannen is er een dringend probleem: We komen studentenkamers tekort en studenten zijn regelmatig het slachtoffer van huisjesmelkers.

 

Hoe gaan we dat doen?

  1. We zoeken de plekken binnen de stad op waar we woningen kunnen bouwen.
  2. Er moeten meer appartementen komen, zodat mensen waarvan de kinderen uit huis zijn hun ééngezinswoningen kunnen verkopen.
  3. We gaan leegstaande panden verbouwen tot woningen.
  4. Als een woning te koop komt moet hij eerst aan particulieren worden aangeboden.
  5. We kijken verder dan de gemeente. Samen met onze buurgemeenten maken we beter plannen.
  6. We bouwen wooncomplexen voor studenten en senioren.
  7. We investeren in een groene stad, waardoor de temperatuur in de zomer lager en in de winter hoger is.
  8. We maken een urgentieregeling voor kamerhuurders en zorgen dat mensen ergens tijdelijk kunnen wonen.

Noodzaak voor een groter en gevarieerder woningaanbod

Waarom?

Probleem

In Leiden is het aanbod aan koop- en huurwoningen schaars. Bij huurwoningen blijkt de schaarste uit de wachttijden voor (gereguleerde) sociale huurwoningen en uit de moeilijke (financiële) bereikbaarheid van de geliberaliseerde huur- en koopmarkt. Bij sociale huurwoningen staan er steeds meer mensen ingeschreven als woningzoekenden en de wachttijden lopen op. De huurprijzen in de geliberaliseerde huurmarkt blijven stijgen.
Voor koopwoningen blijkt schaarste uit de oplopende prijzen. Zo waren landelijk de prijzen in juli 2021 ruim 74% hoger vergeleken met het dal in juni 2013. Deze ontwikkelingen zijn zichtbaar in alle wijken van Leiden.

Oorzaken

De groeiende woningbehoefte komt door (i) de trek naar de stad (ii) de toename van het aantal (internationale) studenten en (iii) expats, (iv) migratie, (v) vergrijzing en (vi) kleiner wordende huishoudens. De laatste twee trends hebben opgeteld een versterkend effect op de extra vraag naar woningen. De trends laten zien dat het woningaanbod ook passend en gevarieerd moet zijn.

Volt-standpunten en basisdocumenten

Het recht op huisvesting is erkend in de Nederlandse grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties onder het kopje ‘Duurzame steden en gemeenschappen’. Toch schiet Nederland hier tekort met 331.000 te weinig. We verwachten dat dit aantal blijft stijgen. Naast het groeiend tekort aan woonruimte, is er in toenemende mate sprake van ongelijke kansen op de woningmarkt.

Volt onderschrijft dat wonen een sociaal grondrecht is. Dat betekent dat woningvoorraad toegankelijk en betaalbaar moet zijn. Daarnaast moet de woningmarkt inclusief zijn, met aandacht en ruimte voor kwetsbare groepen in de Leidse bevolking.

Wat?

Randvoorwaarden

Het is duidelijk dat er maatregelen getroffen moeten worden om de woningvoorraad in Leiden te vergroten/passend te maken. Dit moet hand in hand dient te gaan met de aanpak van transitieopgaven zoals klimaatadaptatie, circulariteit, energie en vergroening. Verder willen we een inclusieve stad met plek voor alle inwoners, waar iedereen dezelfde kansen krijgt en mee kan doen.

Verdichting

Volgens de Regionale Woonagenda 2017 Holland Rijnland zijn er 8900 woningen meer nodig in Leiden in de periode 2017 tot 2030. De gemeente Leiden wil tussen 2017 en 2030 8.500 woningen realiseren, waarvan 30 procent sociaal. Maar de ruimte in Leiden is beperkt. Het beleid van potentiegebieden uit de ‘Omgevingsvisie Leiden 2040’ dient te worden voortgezet. In dit beleid ligt de nadruk op transformatie en verdichting. Binnenstedelijke verdichting is een belangrijk uitgangspunt. Er moet zorgvuldiger omgegaan worden met de beschikbare ruimte. Dit betekent dat er ruimte in het binnengebied moet worden aangewezen voor bouwen: stadsinbreiding. Het buitengebied blijft open en groen. Compact bouwen, het stimuleren van het splitsen van woningen en hoogbouw zijn onderdeel van deze stadsinbreiding. Buiten de historische binnenstad kan voor individuele projecten afgeweken worden van de huidige maximumhoogte van 70 meter. Splitsing kan alleen bij woningen die minimaal 24 vierkante meter zijn met voldoende mogelijkheid tot stalling van fietsen en afval op eigen terrein. Bij burgerparticipatie over de concrete invulling van binnenstedelijke verdichting per wijk dienen zowel bewoners als ook woningzoekende Leidenaren geraadpleegd te worden, zodat verschillende perspectieven op de te realiseren woningvoorraad worden meegenomen.

De gemeente bezit in een aantal gebieden geen grond meer. Een aanmoedigingsbeleid in deze gebieden moet ontwikkelaars en eigenaren overhalen om over te gaan tot het bouwen/beschikbaar stellen van woonruimte voor verscheidene doelgroepen. Zo kunnen op het Holiday-Inn terrein, waar in de komende jaren extra woonruimte wordt gerealiseerd, ook flats met kleinere wooneenheden en meer gedeelde voorzieningen (zoals een gedeelde wasserettes) worden gerealiseerd. Samenwerking tussen de gemeente en corporaties kan worden versterkt om de bouwproductie op het oude peil of zelfs hoger te brengen. Ten slotte moet er altijd oog zijn voor de balans tussen stadsinbreiding en Leiden als historische stad.

Passende huisvestingsmogelijkheden voor alle doelgroepen

De woningmarkt wordt in toenemende mate ontoegankelijk en onbetaalbaar voor veel groepen in de samenleving. Om deze ongelijke kansen te corrigeren
Bij voorkeur wordt er ingezet op gemengde buurten waar verschillende doelgroepen samen leven. Er moet ingezet worden op een breed en divers aanbod aan prijscategorieën en woningtypen per wijk en bij nieuwbouwprojecten. Hierbij moet er sprake zijn van een evenwichtige spreiding van de sociale huurvoorraad. Ten aanzien van sociale huurwoningen dient de voorraad aan huurwoningen onder de liberalisatiegrens vergroot te worden. Daarbij moet de bestaande voorraad aan sociale huurwoningen worden gehandhaafd. In dit kader kan gedacht een inperking van de verkoop door woningcorporaties helpen.
Op het moment zijn er beperkte mogelijkheden tot doorstroming van sociale huurders die volgens hun inkomen te goedkoop wonen en studenten die hun studentenwoning ontgroeid zijn. Om dit probleem te ondervangen dient het aanbod van huurwoningen net boven het niveau van sociale huur te worden uitgebreid. Voor middeninkomens zijn er eveneens onvoldoende betaalbare woningen.
Middeninkomens verdienen te veel voor de sociale huursector en zijn aangewezen op de geliberaliseerde huursector en betaalbare koopvoorraad.
Het invoeren van opkoopbescherming kan bijdragen om de positie van starters en mensen met een middeninkomen te verbeteren. De kleine voorraad woningen voor starters en gezinnen is deels te wijten aan het gebrek aan mogelijkheden voor ouderen om vanuit hun te groot geworden (eengezins)woning te verhuizen naar een geschiktere woning. In dit kader dienen er meer middeldure woningen te worden gerealiseerd om deze doorstroming mogelijk te maken. Ook kan nieuwbouw van kleinere appartementen hierin voorzien.
De aandacht van de gemeente Leiden voor de huisvesting van kwetsbare doelgroepen op locaties die hiervoor geschikt zijn, wordt gesteund. Zo heeft de gemeente sinds 2015 de wettelijke verplichting ervoor te zorgen dat ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen (WMO 2015). Momenteel zijn woningen in Leiden alleen tegen hoge kosten aan te passen voor mensen met een lichamelijke beperking. Het heeft de voorkeur dat er meer en betaalbare levensloopbestendige woningen beschikbaar komen.
Het huidige stimuleringsbeleid van de gemeente om gemengde woonprojecten (studenten, statushouders, arbeidsmigranten, urgente woningzoekenden) wordt gesteund en kan verder uitgebreid worden.
Flexwonen is een manier om de druk op de gespannen woningmarkt te verminderen. Door tijdelijke woningen op (tijdelijke) locaties of in leegstaande panden te verwezenlijken kan de woningvoorraad snel worden aangevuld. Daarnaast kan flexwonen een oplossing zijn voor spoedzoekers, waar momenteel ook weinig woonruimte voor beschikbaar is.

Mogelijkheden creëren binnen het bestemmingsplan

Om het aanbod aan woningen te vergroten moet de gemeente Leiden soepeler omspringen met bestemmingsplannen. Leegstaande panden kunnen beter benut worden door deze te transformeren tot woonruimte. Door een minimum percentage van het oppervlak per bestemming op te geven in plaats van een bestemming per perceel kunnen (winkel-)panden eenvoudiger van bestemming wijzigen zonder dat het karakter van een buurt zal worden aangetast. Het moet makkelijker en betaalbaarder worden om de bestemming van een pand te wijzigen naar wonen.

Inperken van speculatie en invloed beleggers

Volt steunt het geplande beleid van de gemeente om een zelfbewoningsplicht en anti-speculatiebeding in te voeren bij nieuwbouwwoningen. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat woningen speelbal zijn van beleggers en speculanten, maar nog niet genoeg. Een zelfbewoningsplicht moet op termijn ook mogelijk worden voor bestaande bouw. Verder moeten verhuurdersvergunningen gekoppeld worden aan het puntenstelsel voor huurprijzen. Daarnaast moet er gekeken worden voor welke wijken in de gemeente de invoering van opkoopbescherming van toegevoegde waarde is om het aanbod van koopwoningen voor mensen die er zelf in gaan wonen. Daarnaast heeft Leiden vanouds een grote groep pandjesbazen die verhuren aan starters en studenten. Proactief toezicht bij bestaande woningen op wettelijke huurprijslimieten, kwaliteits- en veiligheidseisen kan bijdragen aan betere betaalbaarheid van het bestaande aanbod.

Hoe?

Meer inzicht in kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling Leidse woonvoorraa
Om beter te bepalen of de beleidsvoorstellen over de voorraad van de woningvoorraad effect kunnen hebben is meer inzicht nodig in de specifieke Leidse situatie. Hierbij moet er gekeken worden naar de ontwikkeling van de omvang van de verschillende doelgroepen, actief woningzoekenden, het aanbod van passende woningtypen in de verschillende prijsklassen.

Aanpassing nationale wetgeving

De zorg voor de bevordering van voldoende woongelegenheid zoals benoemd in de grondwet, is uitgewerkt in de Woningwet en de Huisvestingswet. Een aantal beleidsvoorstellen kan nog niet worden gerealiseerd omdat nationale wetgeving daar (nog) niet in voorziet. Zo kan een zelfbewoningsplicht op gemeentelijk niveau nog niet worden ingesteld voor bestaande bouw. Het kabinet bereidt op het moment een wetsvoorstel voor op dit onderwerp. In plaats van een zelfbewoningsplicht kan opkoopbescherming een zelfde effect teweegbrengen. Recent is de Woningwet door de Tweede Kamer gewijzigd om in opkoopbescherming te voorzien. De wijziging wordt nu behandeld door de Eerste Kamer. Zeer waarschijnlijk kan de wijziging per 1 januari in werking treden.

Samenhangende aanpak op zowel bovenlokale als -regionale schaal

Lokale en regionale samenwerking op dit thema is essentieel aangezien de uitdagingen zich niet beperken tot gemeentegrenzen. Een samenhangende aanpak, zoals reeds gebeurd in regionale woonvisies en woningbouwprogramma’s, is noodzakelijk.

Middelen

Voor het realiseren van nieuwe bouwprojecten voor verschillende doelgroepen is de gemeente uiteraard afhankelijk van verschillende partijen, zoals woningcorporaties en projectontwikkelaars. De gemeente dient dan ook met name hen te stimuleren om met projecten te komen die bijdragen aan stedelijke verdichting. Op basis van gerichte inventarisatie geeft de gemeente bindend aan hoe de woningsamenstelling er bij nieuwe ontwikkelingen uit moet zien.

Verder kan de gemeente, om mogelijkheden te creëren binnen het bestemmingsplan, vaker ontheffingen toekennen van bestemmingen van bepaalde panden. Deze zijn voor 10 jaar geldig, en kunnen het mogelijk maken om een pand met andere bestemming snel om te bouwen in een (tijdelijke) woning.

Ruimte voor Wooncomplexen voor Studenten en Senioren

Uitdaging (5+1) Social Equality

Waarom?

Gebrekkige doorstroming

De woningmarkt in Leiden zit muurvast. Met name starters hebben steeds grotere moeite om betaalbare woonruimte te vinden. Tegelijkertijd zijn er vele mensen in de leeftijdsgroep vanaf 55 die op dit moment in (eengezins-)woningen die te groot zijn om tot hoge leeftijd in te blijven wonen: in Nederland zijn in de komende jaren naar schatting een kwart miljoen seniorenwoningen gevraagd, het liefst in de eigen stad of omgeving. Een verbeterde doorstroming van mensen in deze leeftijdsgroep van eengezinswoningen naar (kleinere) seniorenhuisvesting bevordert de doorstroom op de huizenmarkt. Volt streeft ernaar dat Leidenaren in hun stad kunnen blijven wonen in een betaalbare woning die past bij de fase in de levensloop.
Toenemend tekort studentenwoningen
Veel Leidenaren beginnen hun zelfstandige ‘wooncarrière’ als student. Leiden is immers een studentenstad bij uitstek. Voor steeds meer studenten is het moeilijk om woonruimte te vinden in Leiden. Woningcorporatie DUWO schatte het tekort in 2019 op 1950 wooneenheden, en de uitbreidingsbehoefte voor 2027 tussen de 2471 en 3761 wooneenheden. Volgens de Samenwerkingsovereenkomst 2017-2021 tussen de gemeente en verschillende kennisinstellingen, is het streven om tussen 2017 en 2024 in totaal 2700 studenteneenheden te realiseren. Eind 2020 waren hiervan net iets meer dan 500 gerealiseerd. De gemeente verwacht per begin 2021 niet langer het doel van 2700 eenheden voor 2024 te halen.
Sinds 2019 heeft de gemeente Leiden strenge regels voor het omzetten van panden voor kamerverhuur, m.n. om de overlast van studentenhuizen voor omwonenden te beperken. De gemeente zet studentenwoningen zoveel bij elkaar. In de concept-Omgevingsvisie 2040 legt de gemeente de nadruk op ‘de realisatie van extra eenheden [studentenwoningen] op bestaande en nieuwe campussen’.
Mede door woningcorporatie DUWO gebouwde studentenwoningen zijn vaak zelfstandige wooneenheden (studio’s), zonder deling van faciliteiten als badkamer en keuken. DUWO doet dit vanwege de hogere huuropbrengsten. Voor zelfstandige woonruimte is huurtoeslag beschikbaar; niet voor een kamer met gedeelde faciliteiten. Dit fenomeen baart sommige studenten zorgen: zij vrezen ervoor dat de cultuur van studentenhuizen langzaamaan verdwijnt, en dat studenten – met name zij die net zijn begonnen met een studie in een nieuwe stad – mogelijk steeds eenzamer worden bij gebrek aan gedeelde woonruimte met andere studenten.

Gebrekkige doorstroming senioren

Een andere leeftijdsgroep waar vereenzaming speelt zijn de ouderen. Met name in de leeftijdsgroep vanaf 75 jaar voelt meer dan de helft van de Nederlanders zich eenzaam. Het aantal ouderen neemt in Leiden naar verwachting toe in de komende jaren, terwijl ouderen steeds langer thuis blijven wonen. Velen van hen wonen in woningen die niet passend zijn voor mensen met gezondheidsklachten of andere ouderdomsklachten. In de leeftijdscategorie vanaf 55 jaar zei in 2020 een derde te willen verhuizen, vanaf 75 jaar is dit een zesde. Mensen in deze groep geven veelal aan naar (kleinere) appartementen te willen verhuizen. Volgens vastgoedontwikkelaar AM zijn de voornaamste vereisten van een woning voor mensen in de leeftijdscategorie 55-75 die willen verhuizen naar een kleinere woning dat deze goedkoper en niet veel kleiner is dan de huidige woning. Wat hen op dit moment belemmert is met name een gebrek aan een dergelijk type voor senioren geschikte woningen in de eigen omgeving. Hier ligt, ook in Leiden, een taak voor de gemeente: het realiseren van betaalbare seniorenwoningen met veel aandacht voor gedeelde ruimtes, waarnaar 55-75-jarigen van nu kunnen verhuizen, verlicht de woningmarkt voor starters en vermindert de eenzaamheid in de hogere leeftijdscategorieën.
Volt ziet parallellen in de vraag naar studenten- en seniorenwoningen. Voor beide leeftijdsgroepen biedt woonruimte waar men samenleeft met leeftijdsgenoten grote voordelen. Volt wil in Leiden voor deze beide groepen dan ook dergelijke woonruimte realiseren.
Hiervoor moet de gemeente uiteraard samenwerken met woningcorporaties en projectontwikkelaars die dergelijke woonruimte kunnen realiseren. Het vinden van geschikte locaties voor deze projecten en de uitvoering ervan vereisen en goede coördinatie tussen de gemeente en deze partijen.

Wat?

Volt wil in de komende raadsperiode ambitieuze doelen stellen voor de bouw van nieuwe complexen voor betaalbare studenten- en seniorenhuisvesting, met een goede balans tussen privé en gedeelde ruimte. Een goed voorbeeld van een project waar op dit moment al aan gewerkt wordt is het Project More in het BioScience Park, waar op dit moment 703 nieuwe studentenwoningen worden gerealiseerd met aandacht voor gedeelde (buiten-)ruimtes in en om het complex. Ook bij komende projecten voor studenten- en seniorenhuisvesting moet er aandacht zijn voor voldoende gemeenschappelijke ruimtes, zoals gedeelde huiskamers. Zo bouwt Volt aan de sociale cohesie in Leiden, en zorgen wij ervoor dat er voor studenten en senioren in de toekomst voldoende passend aanbod van woonruimte komt.
Volt ziet ook voor het bouwen van seniorenwoningen, bestemd voor met name de leeftijdsgroep vanaf 55 jaar, potentie voor complexen zoals die nu voor studenten worden gebouwd. Er zijn vele verschillende soorten complexen waarin mensen van deze leeftijdsgroep levensloopbestendig kunnen wonen en naar elkaar om kunnen kijken. Een optie daarvoor zou kunnen liggen bij verzorgingshuizen, waar naar verwachting minder vraag voor gaat zijn omdat ouderen gestimuleerd worden langer thuis te blijven wonen. Als verzorgingshuizen leger raken kan de gemeente deze laten omvormen tot complexen met aantrekkelijke appartementen en voldoende gedeelde ruimte voor senioren. Ook kunnen er ‘hofjes’ gebouwd worden waar senioren samenwonen rondom een gedeelde buitenruimte. Om ook in deze gemeenschappen sociale inclusie te bevorderen bestaan deze nieuwe complexen zowel uit (sociale) huurwoningen als koopwoningen van verschillende prijsklassen.
In de landelijke politiek zou Volt zich kunnen inzetten voor het beschikbaar maken van huursubsidie voor reguliere studentenwoningen, met gedeelde faciliteiten.
Waar mogelijk kan ook worden gedacht aan het combineren van complexen voor senioren en studenten. Mits er goede afspraken gemaakt worden kan dit contact en begrip tussen verschillende generaties bevorderen, wat uiteindelijk ook bijdraagt aan een Leiden waarin iedereen zich welkom, en niemand zich eenzaam voelt. Hierbij kan geleerd worden van eerdere projecten omtrent intergenerationeel wonen in Nederland. Zo wonen studenten en senioren al sinds 2015 samen in ‘wooncommunity’ De Saffier in Utrecht.
Hoe
Om betaalbare wooncomplexen voor studenten en ouderen te realiseren met voldoende gemeenschappelijke voorzieningen moet de gemeente – in samenwerking met woningcorporaties en projectontwikkelaars – een proactieve houding aannemen in het faciliteren van deze projecten. Zoals het voorbeeld van DUWO laat zien is het realiseren van gemeenschappelijke ruimte vaak uit financieel oogpunt geen vanzelfsprekendheid bij de bouw van nieuwe wooncomplexen. Daarom moet de gemeente in de opdrachten voor de nieuw te bouwen complexen duidelijke eisen stellen voor de hoeveelheid en aard van gedeelde ruimtes.Voorbeelden zoals het Project More laten zien dat het voor projectontwikkelaars rendabel kan zijn om in Leiden (studenten)complexen te bouwen mét gemeenschappelijke voorzieningen. Gezien de schaarse ruimte binnen de Leidse gemeentegrenzen moet, buiten het historische centrum, meer hoogbouw tot de mogelijkheden behoren.
Hoewel nieuwbouw gezien de vraag naar zowel studenten- als seniorenwoningen in Leiden onvermijdelijk zal zijn, kunnen complexen voor deze groepen ook ontstaan door het herbestemmen van bestaande (leegstaande) gebouwen. Ook bij zulke projecten zijn eisen voor gedeelde ruimte van belang, al was het maar omdat dit tot een effectievere aanwending van schaarse ruimte kan leiden.
Om de betaalbaarheid van deze nieuwe studenten- en seniorenhuisvesting te waarborgen pleit Volt ervoor dat de gemeente bovendien maximaal gebruik maakt van de mogelijkheid om gemeentegrond in erfpacht te verhuren aan woningcorporaties of projectontwikkelaars voor de realisatie van studenten- en seniorenwoningen. Mits er goede afspraken worden gemaakt en strenge regels worden opgesteld om speculatie met gemeentegrond tegen te gaan, kan dit de prijs voor projectontwikkelaars en woningcorporaties drukken doordat zij de grond niet meer zelf hoeven aan te schaffen.

Middelen

Zoals gezegd schuilt te taak van de gemeente om bouw van wooncomplexen met gezamenlijke ruimtes voor studenten en senioren te bevorderen met name in het actief promoten van dit soort projecten, in samenwerking met woningcorporaties en andere betrokkenen. Maatregelen als het opstellen van eisen voor gemeenschappelijke ruimten bij het uitschrijven van tenders vragen dan ook met name administratieve capaciteit van de gemeente.
Wel pleit Volt ervoor dat de gemeente Leiden projecten als deze ook actief promoot door gemeentegrond in erfpacht beschikbaar te stellen aan woningcorporaties of projectontwikkelaars die hen willen realiseren. Dit levert voor de gemeente echter ook inkomsten op, in de vorm van rente (canon) over de grondwaarde.

Duurzaam (her)bouwen, voor nu, 2040 en 2140

Uitdaging (5+1) Oplossingen voor klimaat, migratie en veiligheid

Waarom?

Leiden moet bewoonbaar blijven nu, in 2040 en 2140. Het IPCC-rapport geeft harde conclusies, waaruit blijkt dat verandering nu moet komen. Gebouwen gaan lang mee, dus bij de bouw moet er nu gekeken worden naar uitdagingen die we gaan hebben in 2040 en 2140. Tegelijkertijd, heeft de gemeente een enorme uitdaging om bestaande bouw te verduurzamen. Alleen is niet-duurzame bouw tegenwoordig nog steeds significant goedkoper dan duurzame (ver)bouw.
Uit onderzoek van de Rekenkamercommissie uit 2020 blijkt dat de Gemeente Leiden haar duurzaamheidsdoelen niet gaat halen. Dit komt door onder andere een gebrek aan meetbare doelstellingen op sommige duurzaamheidsthema’s en -projecten.
Vanaf 2026 zou de warmterotonde gerealiseerd moeten zijn. Deze moest enkele wijken voorzien van stadswarmte. Er zijn kritische vragen of hierbij Leiden niet vervuilende industrie in Rotterdam stimuleert. Dit project heeft vertraging opgelopen door onduidelijkheid over waar de leidingen moeten lopen en stijgende kosten.
Voor gedragsverandering zijn er wijkambassadeurs aangesteld die in de wijk meedenken en vraagbaak zijn voor verduurzaming van woningen. Er is echter veel vraag naar subsidies door welwillende inwoners om hun transitie te bewerkstelligen.
Leiden heeft goede initiatieven, maar op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (verder: MVI) moet de Gemeente Leiden nog stappen zetten. Dit ook om te handelen naar het Convenant Klimaatadaptief bouwen, getekend door de Gemeente in 2018.
Groen is belangrijk, het beschermt ons tegen warmte en zorgt voor betere afvoer van water. Daarin investeren is van cruciaal belang. Helaas blijkt dat het aantal hectaren groen van 2010 tot en met 2018 gelijk is gebleven.
Uit een overzicht uit 2019 van natuur en milieufederatie Zuid-Holland blijkt Leiden op één na de laagste hoeveelheid vierkante meter groen te hebben per inwoner.

Wat?

Volt staat voor klimaatneutraal in 2040 en ziet daarom toe op intensivering van de klimaatambities van Leiden. Deze zijn momenteel; om in 2030 40% minder CO2-uitstoot te hebben ten opzichte van 1990 en klimaatneutraal in 2050. De Leidse doelstelling is overigens ook minder ambitieus dan de Nederlandse doelstelling van 49% reductie in 2040.
Volt staat voor duurzame oplossingen en is daarom voor de warmterotonde. Het idee hierachter is dat de warmte genererende industrie ook genoodzaakt is om te verduurzamen, wat de klimaatambities realistischer maken. Ook kunnen deze buizen gebruikt worden voor de transitie naar de waterstofeconomie.
In het aanbestedingsproces van bouw- en herontwikkeling in Leiden moet MVI een prominente rol hebben. De MVI moet toezien op meer duurzaamheid. Betrek bij nieuwbouw de burgers en energie wijkambassadeurs.
Ook moet er gekeken worden naar een materialenpaspoort zoals toegepast in Amsterdam. In het paspoort wordt geregistreerd welke materialen gebruikt worden in gebouwen om deze eventueel later te gebruiken.
Verder moeten we fiscale mogelijkheden zoals de rioolheffing afhankelijk maken van de duurzaamheid van tuin en huis. Dit met als doel de Leidse bewoners en bezoekers aan te moedigen zo duurzaam mogelijk te handelen.

Hoe?

In aanbestedingsprocessen kan MVI worden toegepast.

De energie wijkambassadeurs kunnen een rol spelen bij het uitvoerbaar maken van de flexibilisering van de rioolheffing.

Duurzaam verbouwen stimuleren met subsidie, eventueel de mogelijkheden onderzoeken om het verschil op te heffen middels verzwaarde leges voor niet-duurzame verbouwingen. Niet-duurzame verbouwingen worden niet meer vergund.

Middelen

Zoals vermeld kunnen projecten uit dit voorstel onder meer gerealiseerd worden door de veranderingen in de rioolheffing. Voor zaken als MVI bestaan in Leiden al kaders die verder ontwikkeld kunnen worden.

Urgentieregeling Studentenhuizen

Uitdaging (5+1): Social Equality

Waarom?

In Leiden rijzen de huurprijzen voor kamers de pan uit. Ook komen ernstige mankementen aan kamerverhuurpanden voor die het woongenot schaden. Huurders kunnen in die gevallen terecht bij de Huurcommissie of het nieuwe Huurteam van de gemeente Leiden. Echter leert ervaring uit Groningen, waar een dergelijk Huurteam al langer actief is, dat hier relatief weinig gebruik van wordt gemaakt. Dit komt onder andere door de angst om de kamer te verliezen. Dit speelt vooral wanneer huurders een tijdelijk contract hebben en zonder opgaaf van reden hun kamer kwijt kunnen raken .

In 2021 nam de Leidse gemeenteraad een initiatief aan voor een Huurteam, dat huurders ondersteunt bij problemen met huisjesmelkers en andere verhuurders. Een initiatief dat Volt van harte ondersteunt. Bij misstanden kan opgetreden worden tegen de verhuurder met het opleggen van een dwangsom tot in het uiterste geval het intrekken van een verhuurvergunning. Bij dat laatste zouden kamerhuurders op straat komen te staan terwijl hen niets te verwijten is. Dit kan de gemeente ervan weerhouden een vergunning in te trekken. Wij willen voorkomen dat het intrekken van een verhuurvergunning in de praktijk belemmert wordt. Wij willen dat er bij sluiting van een pand goede opvang voor de huurders is.
Sinds 2019 heeft de gemeente Leiden bovendien een van de strengste regels van Nederland voor het omzetten van panden voor kamerverhuur. Voornaamste reden voor dit beleid is om de overlast van studentenhuizen voor omwonende Leidenaren te beperken. Door deze strenge regels voor verkamering dreigen vele studenten echter hun kamer te verliezen. Volt wil dat geen enkele student vanwege deze regels op straat komt te staan. Als er geen sprake is van wanpraktijken van de kant van de verhuurder hoeven bestaande studentenhuizen voor Volt dan ook niet gesloten te worden. Toch pleit Volt ervoor dat de gemeente een goede urgentieregeling klaar heeft voor studenten, mochten er panden aan de voorraad studentenhuisvesting onttrokken moeten worden.
Voor urgentie komen kamerhuurders op basis van de bestaande urgentieregeling van de gemeente doorgaans niet in aanmerking. Op dit moment is urgentie in Leiden alleen maar beschikbaar bij medische, psychosociale of financiële redenen. Dit is volgens ons ook niet nodig. Het zou een ongewenste belasting opleveren op de toch al overbelaste sociale huurwoningmarkt. Vandaar de wens van een speciale urgentieregeling voor kamerhuurders.

Wat?

Volt Leiden biedt kamerhuurders een extra steun in de rug in de strijd tegen woeker- en wanpraktijken op de kamerverhuurmarkt. Zij gaat zich inzetten voor een speciale urgentieregeling en de beschikbaarheid van (tijdelijke) woonruimte voor kamerhuurders voor acute noodopvang bij:

a. het verlies van hun kamer wanneer de gemeente de verhuurdersvergunning van de eigenaar intrekt naar aanleiding van de nieuwe regels omtrent verkamering of vanwege andere geconstateerde misstanden, of
b. bij het aantoonbaar verlies van het huurcontract of bij intimidatie naar aanleiding van de stap naar de Huurcommissie of het nieuwe Huurteam van de gemeente Leiden.

Hoe?

Een speciale urgentieregeling voor kamerhuurders opstellen en het beschikbaar houden van woonruimte voor noodopvang in een deel van de tijdelijke huisvesting die voor de piekopvang van studenten in september en februari beschikbaar is. Voor het realiseren van deze tijdelijke huisvesting kan de gemeente bijvoorbeeld leegstaande kantoor- of bedrijfspanden omvormen. Ook kunnen modulaire (prefab) wooneenheden, zoals containerwoningen, geplaatst worden op loze ruimte in bijvoorbeeld bedrijventerreinen.
Verruiming van handhavingsmaatregelen en handhavers.

Middelen

Het voornaamste middel om tijdelijke woonruimte te realiseren voor deze urgentieregeling is door de bestemming ‘tijdelijke bewoning’ mogelijk te maken in de bestemmingsplannen voor die gebieden waar hier de ruimte voor is.
Budget voor aanvullende handhaving; kosten verhalen op overtreders.

Loading...