Selecteer een pagina

Overheid, veiligheid en democratie

Overheid, veiligheid en democratie

Meer burgerparticipatie in Leiden

Uitdaging (5+1) Citizen Empowerment.
People must be empowered to influence politics beyond elections alone

Waarom?

De stand van zaken in Leiden
In Leiden worden inwoners betrokken bij de voorbereiding van stedelijke projecten in de vorm van informeren, raadplegen, meedenken en meedoen. Een belangrijk hulpmiddel is daarbij het digitale burgerparticipatieplatform Doemee. De gemeente wil voor de voorbereiding van de energietransitie een door loting gevormd burgerforum inzetten.1

De manier waarop de participatie van inwoners bij gemeentelijke plannen, inwonersinitiatieven en bij de toepassing van het uitdaagrecht plaatsvindt wordt geregeld in de participatieverordening. De gemeente beschikt over een nota publieksparticipatie met een plan van aanpak en een ambtelijke toolkit. 2 3
Het uitdaagrecht of “Right to Challenge” is een nieuwe wettelijke en bijzondere vorm van betrokkenheid van inwoners en maatschappelijke partijen. Zij kunnen de gemeente verzoeken om zelf de uitvoering van een gemeentelijke taak over te mogen nemen onder de voorwaarde, dat zij kunnen aantonen, dat ze in staat zijn om dit beter en goedkoper te doen. De invoering van de betreffende wetgeving zal er toe leiden, dat ook de gemeente Leiden de regelgeving op dit onderwerp zal aanpassen.4

Leiden beschikt over een subsidieregeling maatschappelijke initiatieven, waarmee plannen van inwoners, die bijdragen aan de maatschappelijke doelen, emancipatie, participatie, sociale samenhang, integratie, jeugdparticipatie en leefbaarheid gesubsidieerd kunnen worden.
Leiden kent een viertal wijkregisseurs, die inwoners ter zijde staan bij het uitwerken van ideeën. Op het digitale platform buurbook.nl werken buurtbewoners en professionals samen aan de ideeën en wensen uit de buurten in een vorm van co-creatie. Per buurt is er een soort van digitaal dorpsplein, waar uitgewisseld kan worden. 5

Stadslab is een netwerk van Leidse inwoners, dat samen projecten voor de stad bedenkt en uitvoert. 6

Leiden heeft een referendumverordening. De gemeenteraad besluit tot het houden van een referendum. De aanleiding vormt een initiatief vanuit de gemeenteraad of een verzoek van een aantal kiezers. Het laatst gehouden referendum ging over een voorstel van het College van B en W tot herinrichting van het Roomburgerpark. 7

Probleemschets

De meeste Nederlanders zijn tevreden over het functioneren van de democratie in ons land. Maar er heerst wel onvrede over de wijze van besluitvorming. Men heeft het gevoel, dat “de politiek”te weinig openstaat voor de inbreng van “gewone mensen”. Inwoners hebben behoefte om mee te kunnen praten over een onderwerp, dat hen aangaat of dat ze belangrijk vinden. Waar dit het geval is, daar blijkt dat inwoners inventief en tot veel inzet bereid zijn. Inwoners zijn over het algemeen goed op de hoogte met de situatie in hun omgeving en beschikken soms over specifieke kennis en ideeën, die voor het welslagen van een plan van groot belang kunnen zijn.
Een met inbreng en steun van de inwoners ontwikkeld en uitgevoerd plan kan rekenen op meer steun en een duurzaam draagvlak op langere termijn. Daar waar overheid en burgers intensief samenwerken zal de betrokkenheid met de lokale democratie en het vertrouwen in het functioneren daarvan toenemen. 8 9

Uit de evaluatie van een aantal grotere participatie projecten, die de afgelopen tijd door de gemeente Leiden in de stad zijn georganiseerd, bleek uiteindelijk bij meerdere deelnemers een verschil in verwachtingen over het eindresultaat te zijn ontstaan tussen de gemeente en de betrokken inwoners. De gemeente probeerde vooral langs de weg van informeren en raadplegen draagvlak te creëren, voor haar plannen, terwijl de inwoners graag meer eigen inbreng terug hadden willen zien in het eindresultaat.10

Kenmerken zoals gender, leeftijd, opleidingsniveau, positie op de arbeidsmarkt en het behoren tot een bepaalde etnische minderheid zijn van invloed op de mogelijkheden tot het deelnemen aan participatieprojecten en de inbreng van opvattingen. De gemeente doet er goed aan om hier rekening mee houden en toe te werken naar een gelijk speelveld en inclusiviteit. Dat begint al met de binnen de gemeente beschikbare informatie, die nog onvolledig en onvoldoende toegankelijk is gemaakt voor het brede publiek.
Het nieuwe project Sterke Sociale Basis biedt kansen om door middel van de thema’s Samen Meedoen en Basiskracht inwoners langs de weg van het organiseren van buurtontmoetingen en gezamenlijke projecten uit het isolement te halen en hun talenten in te zetten voor de maatschappelijke omgeving.

De subsidieregeling maatschappelijke activiteiten, de buurtregisseurs, het stadslab en diverse andere bewonersgroepen bieden al veel mogelijkheden voor de inwoners van Leiden om grip te krijgen op wat er gebeurt in hun woonomgeving. Toch menen wij, dat het beter kan.

De gang van zaken rond het referendum over de inrichting van het Roomburgerpark roept de vraag op of een referendum met slechts de keuze tussen voor of tegen wel het beste instrument was om tot een afgewogen uitkomst te komen op dit complexe inrichtingsvoorstel. De ja-nee vraag biedt immers geen ruimte voor nuances of alternatieven. Dit euvel manifesteerde zich ook bij eerdere referenda; uiteindelijk resulteerden alle Leidse referenda in een ‘tegen’.

Wat?

Volt wil de invloed van onze inwoners op voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijke plannen vergroten en verbeteren.

Volt wil dat onze inwoners een ruimere keuze aan participatie hulpmiddelen beschikbaar krijgen om daadwerkelijke invloed uit te kunnen oefenen op de plannen voor stad en wijk.

Volt wil via samenwerking met de wijk de inwoners stimuleren tot het zoveel mogelijk bedenken en maken van eigen plannen.

Bij het opmaken van de balans aan het eind van de komende raadsperiode, in 2026, dient aantoonbaar een groter en diverser deel van de Leidenaren betrokken te zijn bij de ontwikkelingen in hun omgeving en tevreden te zijn over de invloed, die zij daar op hebben.

Hoe?

Bij nieuwe participatieprojecten moet vooraf duidelijk zijn wat het gemeentebestuur met de resultaten van het project gaat doen en wat de rol van betrokkenen daarin is. Dit kan uiteenlopen van meenemen als een vrijblijvend of zwaarwegend advies, overnemen van het advies tot het vormen van de opmaat voor een samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering.
Inwoners dienen vooraf en tijdens het project over dezelfde informatie te beschikken als de gemeente om op een volwaardige wijze te kunnen participeren.
Tijdens en na het proces dienen leermomenten in het traject opgenomen te zijn, waaraan zowel inwoners, betrokken partijen als ambtenaren en gemeentebestuurders deelnemen. Uitwisseling van ervaringen kan leiden tot meer begrip en betere samenwerkingsvormen.11

Volt stelt voor om aan het begin van de nieuwe raadsperiode een nieuwe participatievisie vast te stellen, waarin in samenspraak met inwoners, gemeenteraad, gemeentebestuur en ambtelijke organisatie motieven, ambities en gewenste vormen voor participatie worden vastgelegd. Met dit als uitgangspunt dient vervolgens een nieuw voortschrijdend uitvoeringsplan opgesteld worden en een toolkit met participatie instrumenten of een participatiewerkboek, waaruit voor verschillende situaties geput kan worden. 12 13
Volt is voor versterking van het burgerinitiatief. Wij zijn van mening, dat het uitdaagrecht, Right to Challenge, door burgers vanuit de gemeente gestimuleerd moet worden, waardoor er een verschuiving plaats zal vinden van het zetten van de eerste stap in de planvorming door de overheid naar het nemen van het initiatief door inwoners.14

Via het formele recht van initiatief kunnen inwoners plannen aanbieden aan de gemeenteraad. Dit kan voor inwoners een moeilijk te nemen horde zijn. Om spontane en mogelijk kansrijke ideeën van inwoners niet verloren te doen gaan zou de gemeenteraad een “motie inloop markt“ kunnen organiseren, waarop inwoners hun idee presenteren aan de gemeenteraad en een overtuigd geraakt raadslid het idee kan adopteren en uitwerken tot een motie, die vervolgens wel of niet door de gemeenteraad wordt aangenomen. 15

Volt is groot voorstander van het burgerforum. Het burgerforum biedt de mogelijkheid om een gevarieerde groep van inwoners in een vroegtijdig stadium te betrekken bij de gemeentelijke planvorming. Het forum wordt in onze zienswijze per thema samengesteld en wordt gevormd door een groep van door aselecte loting uitgenodigde inwoners. Dit burgerforum brengt in de voorbereidende fase van de beleidsvorming een advies uit aan de gemeenteraad. Het gaat dan om belangrijke en breed onder de bevolking levende vraagstukken, waarvoor nog geen eensluidende mening of aanpak is vastgesteld. Wij denken, dat er de komende jaren voldoende urgente vraagstukken in Leiden aan de orde komen om ieder jaar wel een burgerforum te kunnen samenstellen. Volt denkt dan aan vraagstukken als wonen, onderwijs, gezondheid en energietransitie.
Ook hier geldt weer dat de opdracht aan het forum zo geformuleerd dient te zijn, dat een gericht advies uitgebracht kan worden. Vooraf dient helder te zijn welke functie het forum heeft binnen het besluitvormingsproces en hoe er met het advies zal worden omgegaan.
Volt wil gelijke kansen voor iedereen. De gemeente Leiden dient de weg te banen naar een inclusieve samenleving. Wij vinden dat de samenstelling van het forum van meet af aan gebaseerd dient te zijn op dit principe. De loting voor het forum dient dusdanig ingericht te zijn, dat de uitkomst een afspiegeling vormt van de samenstelling van de Leidse bevolking. Mocht dit niet haalbaar blijken, dan moet de afspiegeling alsnog gerealiseerd worden door aanvullende gerichte selectie.
Het spreekt voor zich, dat de leden van het forum over voldoende en gelijke informatie van het te behandelen thema dienen te beschikken. Toe te voegen experts kunnen daarbij behulpzaam zijn.
Om het inwoners uit alle bevolkingscategorieën mogelijk te maken om zonder onoverkomelijke lasten deel te nemen aan het forum dient de gemeente zorg te dragen voor compenserende financiële maatregelen, zoals bijvoorbeeld onkostenvergoedingen en kosten van kinderopvang. 16

In de praktijk zijn er grote verschillen in de omvang en de toepassing van wijkbudgetten in de diverse gemeenten in ons land. Van kleine bedragen voor buurtfeesten tot grote voor de herinrichting van het groen. Van eigen budgetten toegekend aan de wijkbewoners tot het adviseren en meedenken bij de besteding van veranderingen in de infrastructuur. 17

Voor Volt is het van belang, dat onze inwoners zelf zoveel mogelijk gaan bepalen hoe hun omgeving ingericht en beleefd kan worden. Dat houdt in, dat we moeten groeien naar een burgerbudget per wijk. Niet een budget voor de wijk, maar een budget van de wijk. Dat vraagt om een visie van de wijk, ondersteund door en met betrokkenheid van zoveel mogelijk burgers uit de wijk. En ambtenaren, bestuurders en raadsleden, met een open houding richting de initiatieven en ideeën, die aangedragen worden door individuele burgers of groepen van burgers. Die met hun kennis en expertise ondersteunen in plaats van meenemen of overnemen. In de praktijk is gebleken, dat medewerking van maatschappelijke organisaties en ondernemers het uiteindelijke resultaat nog aanzienlijk kan doen verbeteren. Die dienen dan ook meegenomen te worden in dit proces.
Betrokkenheid en ondersteuning vanuit de gemeenteraad bij de wijkplannen is noodzakelijk op grond van het budgetrecht van de gemeenteraad. Het betreft immers het overlaten van een deel van het budget. Maar elders is die betrokkenheid en deelname ook zinvol gebleken door de regelmatige ontmoetingen en de wederzijdse kennisoverdracht, die er tussen wijkbewoners en raadsleden ontstaat. 18

Volt stelt voor om de referendumverordening zo aan te passen, dat het ook mogelijk wordt om een multi-optie referendum met drie of meer keuzeopties te organiseren. Een dergelijk referendum biedt inwoners de mogelijkheid om constructieve alternatieven in te brengen. Het dwingt voor- en tegenstanders tot een inhoudelijkere discussie en zal de aandacht voor doelen, belangen en onderdelen van het plan versterken. Langs deze weg ontstaat als vanzelf een grotere betrokkenheid van kiezers bij het onderwerp en bij de initiatiefnemers en belanghebbenden zal het gevoel van niet gehoord te zijn minder aanwezig zijn.

Indien een dergelijk referendum ook op wijkniveau ingezet kan worden, biedt dit een welkome aanvulling op de participatie toolkit. Een instrument, dat het mogelijk maakt om in plaats van een beperkte groep participerende inwoners, de hele wijk een stem te geven over een voor de wijk belangrijk project of plan. 19

Middelen

Intensiever overleggen met bewoners, het ambtelijk ondersteunen van bewonersinitiatieven en de uitvoering van het “Right to Challenge”, vraagt mogelijk om uitbreiding van de ambtelijke capaciteit, maar zal
voor een deel ook opgevangen kunnen worden in het verschuiven van ambtelijke capaciteit van projecten van en door de gemeente naar projecten van en door de inwoners.
Het is, gelet op de evaluatieresultaten uit het verleden, wel gewenst om iemand aan te stellen, die de doelen en de juiste uitvoering van de participatievisie bewaakt en zo nodig kan bijsturen.

De huidige financiering van de wijkinitiatieven en de wijkvisies geschiedt vanuit de reserve leefbaarheidsprojecten. Naarmate de inwoners gestimuleerd worden om meer initiatieven te ontplooien zal het beroep op deze gelden groter worden. Dit zal bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling meegenomen moeten worden bij de keuze van de uitgaven prioriteiten. Wil de burgerparticipatie slagen, dan zal de gemeenteraad ook bereid moeten zijn om hier ruimhartig mee om te gaan. Maar ook hier geldt, dat het uitvoeren van een idee van de inwoners, niet automatisch duurder hoeft te zijn.

De lotingsprocedures voor de burgerforums vragen om extra werk en er zal in het begin de nodige ervaring mee opgedaan moeten worden.
Afhankelijk van het aantal te organiseren burgerforums, de omvang, de mate van ondersteuning, de duur en de hoogte van vergoedingen, zullen er extra kosten gemaakt moeten worden voor de onkostenvergoedingen en compensatieregelingen voor de deelnemers.

Het invoeren van wijkbudgetten kan op zich financieel neutraal geschieden. Het is meer een kwestie van wie bepaalt, dan van meer of minder geld.

‘Bestuurbaarheid, controleerbaarheid en participatie bij regionale samenwerkingsverbanden/ geen gemeente Groot Leiden’.

Uitdaging (5+1) ‘Een moderne overheid’ en ‘Meer inspraak op elk niveau’.

Waarom?

Het openbaar bestuur staat voor grote maatschappelijke opgaven, die veelal meerdere bestuurlijke niveaus raken. De afgelopen jaren bestaat de bestuurlijke trend van lokaal bestuur dat steeds meer regionaal samenwerkt. Dit is te verklaren door de vele gedeelde transities, opgaven en uitdagingen waar gemeenten mee geconfronteerd worden. In een regio komen in toenemende mate meerdere beleidsterreinen samen. In een stedelijke regio hangen economische relaties, de diensten- en sociale infrastructuur en de ruimtelijke verbindingen steeds meer samen. De bevoegdheden van publieke samenwerkingsverbanden kunnen bestaan uit het uitvoeren van een primaire taak, het voorbereiden van beleid, het vaststellen van beleid en het uitvoeren van ondersteunende taken. Het is ook mogelijk dat een samenwerkingsverband meerdere bevoegdheden combineert. Sinds 2017 is het aantal samenwerkingsverbanden gestegen. Voor democratische instellingen zoals gemeenteraden wordt de bestuursstructuur binnen deze verbanden minder direct. Dit kan efficiëntie-verhogend werken, maar kan er ook voor zorgen dat veel onderwerpen waarover gemeenteraadsleden voorheen zelf konden beslissen, nu alleen nog indirect te beïnvloeden zijn. Dit veroorzaakt problemen met democratische controle, legitimiteit en verantwoording van regionale besluitvorming. Binnen deze samenwerkingsverbanden is ook weinig ruimte voor burgerparticipatie en -inspraak.

Al geruime tijd is er discussie over de plaats en invulling van regionale samenwerkingen en hun plaats in de bestuurlijke inrichting van Nederland. Maar deze discussie heeft nog geen concrete resultaten opgeleverd, terwijl urgente maatschappelijke opgaven zich opstapelen en het democratisch tekort van bestaande samenwerkingen in stand blijft.

De Raad voor het Openbaar Bestuur (RoB) heeft in juni 2021 een rapport met aanbevelingen uitgebracht waarin het belang van het nemen van concrete stappen wordt onderstreept. Ze pleiten ervoor dat regio’s ruimte krijgen om zelf te bepalen wie welke taak of maatschappelijke opgave uitvoert. Die ruimte is niet onbegrensd. Er moet een kader komen met uitgangspunten voor het besturen van regio’s aangezien deze samenwerkingsverbanden geen formele plek hebben in de Nederlandse bestuurlijke inrichting. Hierdoor is er in toenemende mate sprake van spanning tussen bestuurlijk vermogen, opgave en uitvoering, verantwoordelijkheden en financiën, en verminderde democratische legitimiteit. Deze spanning kan volgens de RoB worden verlicht door de volgende zes uitgangspunten toe te passen:
de inhoud staat centraal;
het bestuur is democratisch gelegitimeerd;
regio’s kennen een bepaalde mate van autonomie;
de indeling is meer congruent;
maar er is in voldoende mate ruimte voor verschil;
bij het besturen van regio’s hoort een passend financieel arrangement.

Situatie Leiden

De hierboven omschreven trend geldt zeker voor de gemeente Leiden. Er zijn tal van publieke samenwerkingsverbanden met omliggende gemeenten en met publieke organisaties om maatschappelijke vraagstukken te adresseren, zogenaamde bovenregionale samenwerkingsverbanden.
In het licht van de gedeelde opgaven en bestaande intensieve samenwerking met omliggende gemeenten, speelt al dertig jaar de discussie om een fusie tot stand te brengen van de vijf omliggende gemeenten in een gemeente Groot Leiden.

Achtergrond: overzicht van enkele samenwerkingsverbanden van de gemeente Leiden
– In de Verstedelijkingsalliantie werken acht gemeenten, MRDH en provincie Zuid-Holland aan een gezamenlijke strategie voor duurzame stedelijke ontwikkeling en het beter benutten van het bestaande vestigingsklimaat met zijn economische potenties en voorzieningen. Deze strategie is gericht op de integrale ontwikkeling van geconcentreerde verstedelijking nabij haltes op de bestaande spoorverbinding Dordrecht-Leiden.

– Het gebiedsprogramma MoVe werkt aan uitdagingen op het gebied van bereikbaarheid, verstedelijking en economische groei. Dit gebeurt door een bijdrage te leveren aan het oppakken van deze uitdagingen, door in integrale gebiedsgerichte projecten bij te dragen aan oplossingen en door richting en strategie te bepalen voor de inzet van programmapartners.

– Binnen Regio Holland Rijnland werkt Leiden samen met 13 gemeenten aan regionale opgaven voor een sterke en gezonde toekomstbestendige regio. Dit staat beschreven in de Regionale Omgevingsagenda Holland Rijnland (ROA), de Regionale Strategie Mobiliteit Holland Rijnland (RSM) en de Regionale Energiestrategie Holland Rijnland (RES). Hierin worden keuzes voor de lange termijn rond verstedelijking, mobiliteit, economie, landschap en energie vastgelegd. De Regionale Agenda Omgevingsvisie 2040 Hart van Holland maakt hier integraal onderdeel van uit.

– Op economische vlak werkt Leiden samen met het Rijk, provincie, economic boards en het bedrijfsleven aan de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS). Dit is gericht op de versterking van de Nederlandse economische toplocaties.

– In Economie 071 werkt Leiden samen met Katwijk, Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude en Voorschoten samen met het lokale bedrijfsleven aan concrete projecten die de regionale economie van de Leidse Regio versterken. Samen met Den Haag, Delft en Zoetermeer werkt de gemeente Leiden in Kennisregio aan Zee aan een gezamenlijke ontwikkelagenda voor ruimtelijk economische structuurversterking.

– Op het gebied van landschap en recreatie zoekt Leiden ook de samenwerking, bijvoorbeeld in de Leidse Ommelanden en Nationaal Park Hollandse Duinen.

– Leiden maakt onderdeel uit van de verstedelijkte Leidse regio van Zoeterwoude tot Zee. Met het oog op de regionale ligging en de beperkte afstanden tussen de buurgemeenten, biedt een kansen en mogelijkheden tot een aantal nieuwe kwaliteiten. Het gaat om een breed scala aan woonmilieus, werkgebieden en prachtige landschappen zoals de kust, het plassengebied en het veenweidegebied. Er is een aantal gedeelde opgaven, die in regionaal verband moeten worden opgepakt.

Bovenlokale en regionale samenwerking blijft noodzakelijk en wenselijk

De noodzaak van regionale samenwerking blijkt uit de hoeveelheid en complexiteit van de transities en uitdagingen waar gemeenten mee geconfronteerd worden. Meerdere beleidsterreinen komen onvermijdelijk samen binnen een regio, en dit geldt in het bijzonder voor stedelijke regio’s. Zeker voor de gemeente Leiden geldt dat grensoverschrijdende en thematische samenwerking noodzakelijk maar ook wenselijk is. Dit heeft te maken met de strategische ligging van de stad tussen de Metropoolregio’s Amsterdam (MRA), Den-Haag/Rotterdam (MRDH) en Utrecht, en luchthavens. Ook thematisch zoekt de gemeente Leiden regelmatig de samenwerking op met verschillende partijen. Leiden en de Leidse regio is met het kenniscluster Leiden Bio Science Park, Unmanned Valley en het ruimtecluster ESA-ESTEC/Spacecampus Noordwijk één van de knooppunten in het netwerk van kennissteden. Ook neemt Leiden actief deel aan diverse samenwerkingsverbanden op het gebied van bijvoorbeeld verstedelijking, mobiliteit, economie, landschap en energie. De gemeente onderschrijft het belang van samenwerken met verschillende partners om met de (vaak grensoverschrijdende) toekomstige opgaven om te gaan waarmee de stad en onze leefomgeving wordt geconfronteerd.

Volt is ervan overtuigd “…dat betere samenwerking de enige, echte manier is om de uitdagingen van de 21ste eeuw aan te pakken.” Dit principe geldt ook voor het lokale en regionale niveau. Zo wordt regionale samenwerking genoemd als middel voor een toekomstbestendig zorgstelsel.

Wat?

Bestuurbaarheid, controleerbaarheid en burgerparticipatie

De keuzes die binnen lokale en regionale samenwerkingsverbanden worden gemaakt zijn van invloed op het leven van burgers en bedrijven. Het is daarom essentieel dat goede democratische controle plaatsvindt. Schaal- en efficiëntievoordelen van deze verbanden mogen nooit ten koste gaan van de democratische legitimiteit. Het democratisch tekortschieten van bestuur wordt meestal gevolgd door het verlies van geloofwaardigheid. Volt zou er dan ook voor willen pleiten dat samenwerkingsverbanden moeten voldoen aan de kernwaarden van bestuurbaarheid, controleerbaarheid en burgerparticipatie.

Bestuurlijke fusie regio Leiden

De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in het verbeteren en verhelderen van de relaties tussen alle gemeenten in de Leidse regio. Er bestaan goede rapporten met veel relevante informatie en voorstellen. Het is van belang om het gesprek aan te gaan met Volt-leden uit de verschillende gemeenten maar ook om met burgers en organisaties nader te verkennen of een fusie wenselijk is. Uit eerste gesprekken met Volt-leden en de Padlet is te concluderen dat een fusie niet zonder meer wordt gesteund. Met name leden uit de kleinere gemeenten zoals Noordwijk, Oegstgeest en Teylingen zien een fusie niet zitten, onder andere vanwege de toegevoegde waarde van kleinschaligheid. Grotere organisatiekracht betekent niet automatisch betere dienstverlening en betere toegankelijkheid. Ook wordt het risico genoemd dat de kleine kernen minder invloed kunnen uitoefenen en dat het democratische principe juist wordt ondermijnd door de grootte van de electoraten in de omliggende gebieden van Leiden.

De voorkeur gaat dus niet uit naar een fusie. Maar intensieve samenwerking met deze gemeenten wordt wel als onvermijdelijk en wenselijk geacht. De wijze waarop dit gebeurt dient te voldoen aan de genoemde kernwaarden van bestuurbaarheid, controleerbaarheid en burgerparticipatie.

Hoe?

Bestaande samenwerkingsverbanden van de gemeente Leiden dienen daarom tegen de lat van deze kernwaarden gelegd te worden, bijvoorbeeld in de vorm van een afwegingskader. Dit afwegingskader kan door de raad vastgesteld worden bij verordening. Van belang is dat binnen dit kader ruimte blijft voor maatwerk. Voor toekomstige samenwerkingsverbanden moet vooraf worden vastgelegd hoe aan deze voorwaarden zal worden voldaan.

Zo moeten er meer checks and balances ingebouwd worden in samenwerkingsverbanden. Een eerste stap zou kunnen zijn om de wildgroei aan samenwerkingsverbanden – en daarmee de toenemende oncontroleerbaarheid – in te perken. Voor zover je taken bij samenwerkingsverbanden wilt houden, is het het overwegen waard om juist samenwerkingsverbanden te integreren in meeromvattende samenwerkingen. Dit in het kader van overzichtelijkheid, grip en regie vanuit gemeentelijke bestuursorganen. Over de gehele linie dient verantwoording een gespreksthema te zijn in ieder samenwerkingsverband. In overleg moet een passende wijze van democratische legitimiteit gevonden worden en dient vastgesteld te worden bij welke volksvertegenwoordigers deze ligt. Versterking van de transparantie in de besluitvorming en bij de uitvoering verhoogt de toerekenbaarheid, ondersteunt de mogelijkheden tot participatie en vergroot het draagvlak. Een constructie waarin burgers en ondernemers betrokken worden binnen deze verbanden kan verder uitgedacht worden.

Voor een concreet samenwerkingsverband moet, onder andere, steeds expliciet nagedacht worden over:

hoe de aard en de taken van het samenwerkingsverband zich verhouden tot die van de eigen gemeentelijke organisatie en andere samenwerkingsverbanden;
of het samenwerkingsverband doelmatig en noodzakelijk is gelet op het voorgaande;
de wijze van reguliere en transparante informatieverstrekking;
de wijze van betrokkenheid van volksvertegenwoordigers en/of burgers;
hoe vaak verantwoording afgelegd wordt over de besluitvorming en de uitvoering daarvan;

Op het moment is het primair aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om het stelsel van regionale samenwerkingen opnieuw in te richten. De wettelijke structuurveranderingen dienen immers op rijksniveau te worden opgesteld. Toch zijn er een aantal mogelijkheden binnen de huidige juridische kaders om als decentrale overheid aan de slag te gaan met deze opgave. Daarbij raakt de problematiek direct de lokale en regionale bestuurslagen en zijn er voordelen om voor te sorteren op structuurveranderingen. Als gemeente kunnen we een harde landelijke lobby richting BZK voeren met de gewenste wijzigingen, ondersteund met voorbeelden uit de praktijk. De zes uitgangspunten van de RoB kunnen als kader worden gebruikt en nader worden toegepast en ingevuld voor de situatie voor Leiden. BZK kan immers de input van decentrale overheden goed gebruiken ter invulling van deze kaders. Leiden kan in dit licht de rol van een koplopersgemeente vervullen en nauw de samenwerking met BZK aangaan in de ontwikkeling hiervan.

Middelen

Het onderzoek naar de invulling van de kernwaarden leidt tot kosten aan ambtelijke capaciteit.

Openbaarheid en transparantie: Een actief open gemeente

Uitdaging (5+1) Slimme staat en burgeremancipatie

Waarom?

Eén van de frustraties van burgers is geheimzinnigheid bij de besluitvorming van de (semi)-overheid. Besluiten worden genomen op een ondoorzichtige manier en dit zorgt voor minder draagvlak voor de desbetreffende beslissingen. Dit fenomeen is te zien bij de verschillende bestuurslagen, waaronder de gemeente. Dit probleem van gebrekkige transparantie is nadrukkelijk naar voren gekomen bij verschillende beleidsbijeenkomsten (zowel landelijk als lokaal) en in de ondersteunende documenten van Volt. In de beleidsbijeenkomsten constateerden leden dat het regelmatig voorkomt dat informatie strikt genomen wel gepubliceerd is, maar dat toch sprake is van een gebrek aan transparantie. Dit komt doordat die openbare informatie in praktische zin alsnog ontoegankelijk is voor burgers.

De overheid heeft een speciale positie ten opzichte van haar burgers. De overheid maakt regels, int belastingen en bepaalt waaraan dit gemeenschapsgeld wordt besteed. Om haar ‘license to operate’ te behouden, moet de overheid transparant zijn in wat ze doet, waarom bepaalde keuzes gemaakt worden en op basis van welke informatie en waaraan middelen besteed worden. Uitgangspunt bij openheid en transparantie moet vertrouwen zijn. Uit diverse onderzoeken van o.a. het CBS blijkt dat het vertrouwen van burgers toeneemt indien er sprake is van heldere informatievoorziening en transparantie. Daarbij wordt ingegaan hoe dit vertrouwen zich verhoudt tot onbehagen en pessimisme. Uit de resultaten blijkt dat vooral het vertrouwen in instituties van het publieke domein samenhangt met zowel onbehagen als pessimisme.

Transparantie wordt in dit voorstel gedefinieerd als openheid in de politiek-bestuurlijke en juridische besluitvorming door de (semi-)overheid. In hoeverre een bestuursorgaan transparant is, is lastig te bepalen. Dit hangt af van diverse factoren zoals controleerbaarheid en toegankelijkheid van de desbetreffende informatie. Transparantie kan ook deel uitmaken van een bredere beoordeling van het overheids- of bedrijfsbeleid: dan wordt gesproken over governance. Transparantie kan op gespannen voet staan met privacy.

Wat?

Leiden moet een transparantere gemeente worden. Een actief open gemeente kan rekenen op meer draagvlak, betrokkenheid en vertrouwen bij burgers. Transparantie is ook een voorwaarde voor effectieve burgerparticipatie. Daarom maakt Volt werk van transparantie.

Het doel is om de informatievoorziening naar burgers en journalisten te optimaliseren. De gemeente Leiden zet zich weliswaar al in om burgers goed te informeren via de eigen websites en plaatselijke media, maar er is ruimte voor verbetering. Beoogd wordt dat de gemeente actiever haar burgers gaat informeren over besluitvorming. Dit gaat verder dan alleen minimale, formele kennisgevingen. De gemeente moet laagdrempelig uitleg bieden en hanteert steeds een doelmatige communicatiestrategie, die op het concrete geval toegespitst is. De toegankelijkheid van openbare informatie moet verbeterd worden, ook uit oogpunt van de inclusiviteit. Met toegankelijkheid wordt gedoeld op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van de informatie. De gemeente dient regelgeving, beslissingen en overige informatie in begrijpelijke taal via haar website en andere geschikte kanalen te verspreiden. Dit wordt steeds belangrijker naarmate een besluit ingrijpendere gevolgen heeft voor de betrokkenen.

Hoe?

Volt stelt voor om dit te realiseren door, in elk geval, de volgende acties:

1. Raadsinformatie wordt beter beschikbaar gesteld, zodat alle raadsinformatie beter vindbaar en doorzoekbaar is.

De vergaderingen van de raad en commissies zijn veelal openbaar. Vóór de coronacrisis werden sommige vergaderingen opgenomen en op de website https://leiden.notubiz.nl geplaatst. Tijdens de coronacrisis is dit standaard geworden. Het is zaak dat het publiceren van opnames na de coronacrisis blijft. Raadsinformatie moet wel eenvoudiger beschikbaar gesteld worden in één geïntegreerde gemeentelijke website. Op dit moment is dit nog onnodig lastig te vinden.

2. Een gemeentelijk lobbyregister wordt in het leven geroepen naar Europees voorbeeld. Algemeen bekend is dat lobbyisten invloed hebben op het besluitvormingsproces. Een weergave van lobbyactiviteiten zorgt voor meer openheid van zaken.

3. De begroting wordt eenvoudiger beschikbaar gesteld, in een meer grafisch format, zoals de miljoenennota op landelijk niveau. Hierdoor kunnen burgers op hoofdlijnen gemakkelijk de inkomsten en uitgaven van de gemeente zien. Verder wordt financiële informatie (ook) op B1-taalniveau verstrekt. Aan het eind van de periode moet overzichtelijk weergegeven worden in hoeverre de eerder gemaakte begroting verschilt van de jaarrekening. Het kan behulpzaam zijn om burgers te betrekken bij het opstellen hiervan, zodat de wensen qua informatievoorziening in kaart gebracht kunnen worden. Eventueel kunnen de huidige manieren van het opstellen van de begroting en jaarrekening blijven bestaan als een gedetailleerde, onderliggende versie.

4. De Leidse rekenkamer moet een groslijst met onderwerpen voor mogelijke onderzoeken gaan publiceren en de keuzes die vervolgens worden gemaakt verantwoorden. Verder moet ook de Leidse rekenkamer financiële informatie weergeven zoals vermeld onder punt 3, zodat mensen eenvoudiger het financiële beleid van het college kunnen controleren.

5. Vooruitlopend op de nieuwe Wet Open Overheid (Woo) maakt Leiden documenten zelf actiever openbaar en worden ook persoonlijke beleidsopvattingen (geanonimiseerd) gepubliceerd.

6. Zoveel mogelijk data wordt als open data gepubliceerd en toegankelijk gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) met betrekking tot gegevensverwerking. Risicoanalyses opstellen is verplicht, maar deze worden vervolgens niet altijd goed openbaar gemaakt. Daardoor weten burgers dan niet hoe de gemeente hun privacy waarborgt. Publiceer daarom als gemeente steevast deze risicoanalyses, ook waar het open datasets aangaat.

7. Het opstellen van een risicoanalyse is voor smart city-toepassingen vaak verplicht. Vooral waar het samenwerkingen tussen overheid en private partijen aangaat, is het belangrijk dat de gemeente scherp blijft op het opstellen én openbaarmaken van deze risicoanalyses.

8. Zoveel mogelijk software wordt open source software, zodat de werking voor iedereen te controleren valt. Dit zal in veel gevallen moeten, aangezien open standaarden in principe verplicht worden door de Wet digitale overheid

9. Wanneer gebruik gemaakt wordt van AI-algoritmen, worden deze bijgehouden in een algoritmeregister en wordt bij alle op algoritmen gebaseerde besluiten expliciet bijgehouden op basis van welke gronden een besluit genomen wordt.

10. Wanneer gebruik gemaakt wordt van sensoren in de openbare ruimte, worden deze geregistreerd in een sensorenregister.

11. De gemeente houdt oog voor vormen van informatieverspreiding naast de eigen websites, zoals het organiseren van periodieke informatieavonden in de wijken, het structureel (blijven) verspreiden van informatie via plaatselijke dagbladen en daarnaast andere plaatselijke (sociale) media. Dit kan variëren van TikTok tot lineaire lokale TV. Een vaste krantenpagina in huis-aan-huisbladen blijft ook in de digitale toekomst nodig, voor de minder digitaal vaardige burger. Zo kan de gemeente een zo breed mogelijke doelgroep bereiken.

12. Zaakgericht werken en aansluiting van de gemeente Leiden bij de faciliteit lopende zaken van MijnOverheid kan het voor de Leidse burgers nog gemakkelijker maken om grip te krijgen op de voortgang en de inhoud van dossiers.

13. Sinds 1 juli 2018 is het tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid van kracht. Het verplicht de gemeente om maatregelen te nemen om te zorgen dat mensen met een beperking gelijkwaardige toegang hebben tot digitale informatie. De gemeente Leiden heeft zelf na onderzoek geconstateerd dat dit momenteel nog niet het geval is voor de eigen website. Het volstaat echter niet om alleen de website te toetsen. De hele gemeentelijke organisatie zal zich bewust moeten zijn van de eisen van toegankelijkheid voor gemeentelijke producten en diensten, zoals de verschillende gemeentelijke applicaties. Om deze digitale informatie goed toegankelijk in te kunnen richten is het wenselijk om een panel van ervaringsdeskundigen uit de Leidse samenleving samen te stellen, die de toegankelijkheid kunnen toetsen. Volt vindt het verstandig om in een verbeterplan de verdere nodige stappen te onderzoeken en vast te leggen.

Middelen

Het voorgestelde pakket aan maatregelen is samen een breed en veelomvattend project. Dit soort gemeentelijke projecten (m.n. wat betreft ICT) zijn ingewikkeld en duur. Transparantie behoort echter tot de kern van het democratische proces en mag daarom wat kosten. Samenwerking met andere gemeenten is wel wenselijk in verband met de schaalvoordelen. Wanneer de benodigde processen en systemen eenmaal geïmplementeerd zijn, hoeft transparantie niet duur te zijn. Daarbij is een ambtelijke kostenbesparing te verwachten omdat minder Wob-verzoeken zullen worden ingediend.

Het besluit tot het samenvoegen en onderbrengen van de bedrijfsvoering van de samenwerkende regiogemeenten bij de
gemeente Leiden biedt een mooie kans om de bovenstaande aanpassingen versneld en kosteneffectief door te voeren.

Loading...